Avondmaal
Op zondag 14 november vieren we Avondmaal. Na de landelijke corona-uitbraak lijkt het verstandig om de stijl van vieren die we de afgelopen tijd hebben gepraktiseerd, te handhaven: dus ieder op zijn/haar plek en met het eigen brood en beker. We vieren het H. Avondmaal altijd uit een boekje met vaste liturgieën. Daarin ontbreekt een aantal dingen, die in een orde van dienst thuishoren. En ook kun je met altijd dezelfde tekst, moeilijk reageren op gebeurtenissen van de afgelopen week. We zullen op 14 november het Avondmaal vieren vanaf een kopie, waarop alle wezenlijke elementen zijn overgenomen. Voorop staat dat het een sacrament is, een heilig gebaar van Gods kant.
Ik zal voor de gemeentebrief van 7 en 14 november een paar onderwerpen uit de H.A-liturgie beschrijven. Hierbij een eerste poging.
Het Avondmaal dankt zijn naam aan het laatste Avondmaal dat Christus met zijn leerlingen vierde. Dat was de zogeheten séder-maaltijd op de avond voor Pèsach. Daarin wordt de uittocht uit Egypte herdacht. In de vorm zoals de Joodse gemeenschap die nu kent, stelt een kind de openingsvraag: ‘Waarom is deze avond anders dan andere avonden?’ Het vervolg van de liturgie is een antwoord daarop. ‘Wij waren slaven in Egypte…’ En ook: ‘Het voelt vanavond net aan of we weer slaven zijn.’ Bij die maaltijd worden ongedesemd brood en bittere kruiden zoals radijs en mierikswortel gegeten, wijn gedronken en Psalm 113-118 gecantileerd (een beetje zangerig spreken). Het is een van de heiligste momenten op de kalender van Israël.
Maar het Avondmaal is iets heel anders. Het is geen christelijke voortzetting van de Joodse pèsachviering. Het Pèsach wordt tot de dag van vandaag gevierd. Dat heeft een eigen weg. Wat wij vieren met het H. Avondmaal is niet de uittocht uit Egypte, maar een dankgebed voor het lijden, de dood en de opwekking van Christus. Historisch gezien is het Avondmaal een voorzetting van de maaltijd die de eerste christenen elke week, of misschien wel vaker, met elkaar gebruikten. Dat waren Joden en die zijn tot de dag van vandaag gewend om te bidden voor het eten en – nog veel uitvoeriger – te danken na de maaltijd. Ons tafelgebed in het Avondmaal is een voorzetting daarvan. De christelijke kerk is aan tafel begonnen. Ze nodigden allerlei mensen uit aan tafel. Dat gebeurt in het Oosten natuurlijk nog steeds. Je zou van een liefdemaal kunnen spreken, maar langzamerhand werd de maaltijd sacramenteel, werd het een heilig gebaar. In het Grieks – want dat was de voertaal in het Romeinse rijk, heet het dankgebed eucharistie. Zo wordt het nog steeds genoemd in de katholieke kerken.
Het is dus niet voor niets een Heilig Avondmaal. Het is niet zo dat de kerkenraad of de diaconie ons uitnodigt, maar God zelf. Hij biedt het ons aan en wij kunnen daar zelf moeilijk voorwaarden aan stellen, zo in de trant van: ‘Jan hoort niet aan het Avondmaal.’ Het is iemands eigen keus om op de uitnodiging van Christus in te gaan. Daarom beginnen we altijd met een uitnodiging: je bent welkom, niet omdat wij het zeggen, maar omdat Christus het zegt.
Hartelijks, ds Piet van Midden
Belijdenis
Er is misschien een aantal jongeren dat in gesprek wil over wat ons persoonlijk geloof met ons doet en hoe zich dat verhoudt met de kerk. Ook om na te denken over het doen van belijdenis. Niet omdat je dan alles al weet, maar omdat je weet hebt van een God die ons in Christus aanraakt.
Als jij iemand bent die wil meepraten – zonder enige verplichting uiteraard – mail
Alle nieuwsberichten